Het moment, waarvan je wist dat ze ooit zou komen. Het is maandagavond, begin juni. Team 12-6 komt voor de allerlaatste keer samen. De jongens, vergezeld van sportief geklede vaders en moeders, luisteren aandachtiger dan ooit naar Sebastiaan en mij. Vandaag sluiten we ons seizoen af met een wedstrijd tegen de ouders. Het was een mooi jaar met een interessant groepsproces. Sebastiaan en ik zijn blij dat het seizoen erop zit. We zijn moe.
De eerste training verliep al anders dan gepast bij een kennismaking van een nieuwe groep. Ze was gepland net voor de zomervakantie. Sebastiaan en ik hadden de training goed voorbereid. De opwarmoefening had Seb afgekeken van het Nederlands mannenelftal. Zijn uitleg wordt verstoord door de rossige Joris: “Waarom zou je een training van het Nederlands elftal kijken?”. “De volgende oefening is een dribbeloefening", leg ik uit. “Wat saahaai!”, zegt Edo met een zucht.” Alsof hij nog niet duidelijk genoeg was, herhaalt hij zijn gezucht gedurende de oefening; Voorafgaand aan het afsluitende partijtje vragen we de spelers op welke positie ze vorige seizoen speelden. Acht van de tien spelers vindt zichzelf vooral een spits. Gelukkig identificeren zich ook een verdediger en een keeper. De hoogimpulsieve adhd-er Gabriel ontregelt eigenlijk de gehele training. Tijdens alle onze instructies voert hij parallelle gesprekken met teamgenoten. Al bij zijn luidruchtige aankomst op de training vertelt Gabriel aan zijn nieuwe teamgenoten, dat hij eigenlijk in een hoger team thuishoort. Hetgeen zijn mantra blijkt op alle volgende trainingen. Op diezelfde volgende trainingen saboteren Edo en Joris het teamproces door zich te verstoppen in de bosjes tijdens de opwarmoefeningen. Navraag bij hun vorig-seizoen-trainer Willem ‘hoe om te gaan met hun negatief gedrag levert’ weinig op. “Geen idee, ik werd er gek van”, aldus de trainer. Eveneens zijn suggesties voor de omgang met de stuiterende Gabriel onvindbaar op de club. Na afloop van de kennismakingstraining deelt een geagiteerde vader met mij dat die ‘irritante adhd-er’ en zijn zoon twee seizoenen geleden al teamgenoten waren en elkaar destijds het leven zuur maakten. Later deze week ontvang ik nog enkele waarschuwende appjes van de verontruste vader. De zoon zat vorig jaar al bij Seb en mij in het team en lag daar ook periodiek in de clinch met verschillende medespelers.
Sebastiaan en ik zullen dit seizoen al onze pedagogische registers open moeten trekken om fijn team te smeden van deze bijzondere verzameling elfjarigen. Teambuilding hoe doe je dat?
Op twee moeders na - ‘vanmorgen mijn enkel verzwikt’ én ‘dit weekend door mijn rug gegaan’- en twee vaders na - ‘ik doe echt niet mee’ én ‘ik heb tennisles’, is er een hoge opkomst voor de ouder-kind wedstrijd.
Pre-puber Matthijs schaamt zich voor zijn vader, die jolig en druk pratend in een AZ-shirt op het het veld staat. Het Frisia-shirt stamt nog uit de tijd dat de club als eerstedivisionist in de Alkmaarderhout speelde. Ik wed dat het shirt toen nog wat losser om zijn buik zat.
De moeder van Gilles, die meespeelt dankzij wekenlang lobbywerk van de trainers ‘ik kan écht niet voetballen hahahaha’, krijgt de slappe lach wanneer een bal in haar buurt komt.
Vader van Taeke speelde ooit tophockey en blijkt ook deze wedstrijd nog over briljante steekpasses te beschikken. Bloedserieus verdeelt hij het spel.
De moeder van Wouter - ze is wedstrijdklimmer, mountainbiker en hardloper - speelt bikkelhard. Ze schuwt geen enkel duel. Het mag een wonder heten dat ze geen blessures veroorzaakt.
Het scoreverloop gaat redelijk gelijk op en is vijf minuten voor het einde in het voordeel van de ouders. Een Hollywood-scenario zou een overwinning voor de jongens zijn. Hun eerste overwinning sinds de promotie naar de derde klasse in januari. Aangezien ik zowel de spelbegeleider als de keeper ben, heb ik veel invloed op de ontknoping. Ik blunder zo onopvallend mogelijk. Echter het team - met de acht spitsen - faalt jammerlijk in het tussen de palen richten van hun schoten. Op mijn beurt, belanden mijn uitworpen haast obligaat in de voeten van een wannabe-spits.
Teambuilding hoe doe je dat?
We kiezen voor het stimuleren van de ouderbetrokkenheid: Wouters moeder reageert positief op onze verzonnen vacature van logistiek manager; zij regelt met de ouders dat zij om de beurt spelbegeleider bij thuiswedstrijden zijn; ik laat mijn auto thuis bij uitwedstrijden, zodat er sowieso ouders beurtelings meegaan naar uitwedstrijden; ouders verzorgen om beurten team-fruit tijdens de rustpauzes; en als supersmeermiddel trakteren we alle ouders op een ludieke Whatsapp-wedstrijdverslagen, waarin we de nadruk leggen de nadruk op een random randzaak van de betreffende zaterdagochtend.
Teambuilding hoe doe je dat?
We kiezen voor het delen van onze verantwoordelijkheid met de jongens: beurtelings bedenkt en begeleidt een speler de warming-up van de woensdagtraining; beurtelings mag een speler de wedstrijdaanvoerder zijn; de aanvoerder roept het team bijeen voor de wedstrijdbespreking in een scrumkring en initieert de groepsyell.
Teambuilding hoe doe je dat?
We kiezen voor interessante trainingsstof. Seb en ik volgen een avondcursus bij de KNVB. We komen nimmer te laat voor de trainingen en zorgen dat al het materiaal al op het veld staat, zodra de jongens op de club komen. We zijn altijd met z’n tweeën. Wanneer één van ons niet kan, is er altijd wel een ouder bereid om hulptrainer te zijn.
Teambuilding hoe de je dat?
We kiezen ervoor om positief te coachen en de jongens te stimuleren zelf na te laten denken over wat er goed gaat en wat er beter kan (geleerd op de KNVB cursus. Dit blijkt in de praktijk toch moeilijker gedaan dan gedacht. Soms lijken Seb en ik meer op wedstrijdverslaggevers dan op een rustige coach.
Teambuilding hoe doe je dat?
Met veel ‘trial en error’ geven we al het bovenstaande vorm. Onze tussentijdse reflecties variëren van 'na dit seizoen stop ik ermee' tot 'wat is het toch geweldig om trainer te zijn'.
Een houdbaar schot belandt via mijn been over de doellijn. Net achter de doellijn pak ik de bal in mijn handen. Met enig gevoel voor theater stel ik vast dat het geen goal is. De jongens protesteren. Omdat ik ook de spelbegeleider van dienst ben, gaan de jongens bij mij in protest. Ik stel voor het besluit in handen te leggen bij de door-mijn-rug-gegaan moeder, die naast mijn doel staat en fanatiek meeleeft met het jongensteam. Ik reken erop dat ze het doelpunt goedkeurt. Tot mijn verbazing stelt ze dat de bal niet voor de volle honderd procent over de lijn is geweest en dat de er dus geen sprake is van een goal. Keeperbal?! Nu hebben de jongens nog maar een minuut om hun laatste kans op een overwinning sinds januari uit het vuur te slepen. Express verpest ik de keeperbal en laat vervolgens het schot uit de tegenaanval, na een fopduik, tergend langzaam over onze doellijn rollen. De jongens schreeuwen het uit van geluk. Ze hebben hun vader of moeder verslagen.
Na circa 720 trainer en coachuren; 360 keer een voetbal oppompen; 30 keer een vroege zaterdagochtendwekker; evenzoveel wedstrijdverslagen; 9 hele boze Whatssappberichtjes van een vader over de nieuwe teamindeling van zijn zoon; 6 oudergesprekjes over storend gedrag van zoonlief; 2 verkennende Whatssappberichtjes van een teleurgestelde vader over de nieuwe teamindeling van zijn zoon; en 1 deëscalerende interventie tussen een spelbegeleidende vader en furieuze tegenpartij-trainer, stellen Sebastiaan en ik vast dat we dit seizoen knap werk hebben geleverd. De opkomst tijdens de trainingen was opvallend hoog (incluis maatjes Edo en Joris). We hebben veel gelachen met elkaar. Soms schuurde het; begrepen we elkaar niet; hadden we korte lontjes na een vermoeiende werkdag of schooldag; werd er gezucht over een saaie trainingsoefening; werd er op zaterdagen gemopperd over het verplicht verdediger zijn. Er was ruimte voor flink ruziemaken met elkaar. Soms grepen we streng in (bij schelden of expres op elkaars enkels schoppen tijdens partijtjes) en steeds vaker corrigeerden de jongens elkaar. We werden winterkampioen in de vierde klasse. Dit was toen zeer heuglijk. Als we onze KNVB cursusleider mogen geloven is een kampioenschap juist het minst relevant. Hij stelde dat kinderen 70% van hun sociale vaardigheden ontwikkelen op sportverenigingen. Ik mag dit graag geloven.
“Een applaus voor de trainers!”, roept de vader van Taco, na afloop van de ouder-kindwedstrijd . Een fijn applaus daalt op Sebastiaan en mij neer, waarna de vaders en moeders met kind haastig de club verlaten, op weg naar een andere verplichting.
Ik leg mijn arm op Sebastiaans schouders en complimenteer hem met ons werk dit seizoen.
“Heb jij zojuist ook een restaurantbon en een saunapakket gekregen?”, vraagt hij cynisch.
Ondanks onze legen handen, vertrek ik met een tevreden gevoel naar huis.
Een intensief seizoen - met een mooi groepsproces vol persoonlijke leermomenten met de jongens en hun ouders - zit erop.
“Hebben jullie helemaal niets gekregen?, zegt mijn vrouw verbaasd wanneer ik haar vertel over de leuke afscheidsavond.
“Na alles wat jullie hebben gedaan dit jaar?”
Ik wankel, maar antwoord haar resoluut; “Een geslaagd teamproces is voor mij de best mogelijke beloning.”
Een restaurantbon ....... ook leuk!
De verhalen van FC DOS Onder 11- team 6 gaan over herkenbare gebeurtenissen van een fictief voetbalteam.
De verhalen zijn afkomstig van mijn ervaring als jeugdspeler en als trainer/ coach van diverse hockey- en voetbalteams. De namen van de personen in de verhalen zijn verzonnen.